Mannen zien vrouwen niet aan de haard
Mannen in België verwachten niet dat vrouwen thuis blijven. Ze verkiezen werkende vrouwen. Bovenal hebben ze het liefst dat vrouwen een betaalde job combineren met huishoudelijk werk en de zorg voor familie. Vrouwen zien het iets anders. Zijn mannen meer geëmancipeerd?
Volgens recente cijfers van de Internationale Arbeidsorganisatie en Gallup (Towards a better future for women and work: voices of women and men) wil 24% van de vrouwen In België het liefst een betaalde job (ongeacht de huidige situatie). 15% blijft graag thuis voor huis en gezin en 59% kiest voor de combinatie van beide. Vreemd genoeg lijken mannen meer geëmancipeerd. Zo ziet 32% van de mannen een vrouw met een betaalde job, 8% vindt dat een vrouw best aan de haard zit en 56% wijst een combinatie aan als de beste keuze. Dit zijn niet de cijfers die men misschien zou verwachten.
De studie peilde naar de houding en percepties van vrouwen en mannen tegenover vrouwen en werk. Bijna 149.000 volwassenen in 142 landen werden bevraagd.
Waarom werken vrouwen (niet)?
Vanwaar komen die verschillen? Volgens de onderzoekers worden de voorkeuren van vrouwen sterk beïnvloed door socio-economische beperkingen en druk om te voldoen aan traditionele genderrollen. Zo hebben getrouwde vrouwen of vrouwen met een partner in ontwikkelde landen minder vaak een job dan singles. Ook het gebrek aan goede kinderzorg zet een rem op een betaalde job. Anderzijds verhogen hogere studies de deelname van vrouwen op de arbeidsmarkt.
De respondenten in Noord-, Zuid- en West-Europa stippen het evenwicht tussen werk en gezin aan als een probleem. Ook een gelijk loon vinden ze een belangrijke uitdaging. Andere obstakels zijn ongelijke behandeling, misbruik en pesterijen bij vrouwen tussen de 15 en 29 jaar. Vrouwen tussen de 30 en 44 jaar hebben meer last van een gebrek aan betaalbare kinderopvang. Oudere vrouwen ervaren vooral een ongelijk loon.
Steeds meer vrouwen in leidinggevende functies
… maar van een volwaardig genderevenwicht is nog geen sprake. Het jaarlijks rapport van Grant Thornton 'Women in Business 2018' opent met de positieve vaststelling dat in 75% van de ondernemingen ten minste één vrouw zetelt in het senior management. Een jaar eerder, in 2017, was dat nog 66%. De cijfers verschillen evenwel van regio tot regio. In opkomende economieën in Afrika heeft liefst 89% van de bedrijven een vrouw in het hoger management. In de Europese Unie is dat 73% (64% in 2017).
Trekken we het ruimer naar de aanwezigheid van vrouwen in hogere functies, dan doet Europa het slecht met amper 27% vrouwen in senior functies. Noord-Amerika scoort nog slechter met 21%. Ter vergelijking: Oost-Europa (36%), Latijns-Amerika (30%) en Afrika (30%).
Genderbeleid niet voldoende
De voornaamste drijfveer voor het introduceren van gendergelijkheid bij bedrijven blijkt rekrutering en retentie te zijn, diversiteit is een kernelement geworden van de employer branding. Maar ook het tegemoetkomen aan de vereisten van de organisatie, blijkt een belangrijk motief.
Ruim 81% van de bedrijven past een gelijke beloning toe voor mannen en vrouwen die dezelfde functies vervullen en 71% van de bedrijven heeft een non-discriminatiebeleid bij rekrutering. Maatregelen ter ondersteuning van werkende ouders blijken eveneens populair te zijn zoals betaald ouderschapsverlof (59%), flexibele uren (57%) en deeltijds werken (54%).
Maar het Grant-Thorntononderzoek toont aan dat er geen duidelijk verband is tussen de beleidslijnen van de bedrijven en de genderdiversiteit van hun hogere managementteams. Geen enkel beleid lijkt op zich de genderdiversiteit te bevorderen, en de regio's waarin bedrijven het meest beleid voeren zoals in Afrika, de EU en Noord-Amerika tonen zeer verschillende niveaus van genderdiversiteit in het bedrijfsleiderschap.
Hoewel ruim een derde van de bedrijfsleiders geen tastbare belemmering ervaart voor het invoeren van een genderbeleid blijken de complexiteit bij van het vertalen van goede bedoelingen naar de praktijk (22%) en stereotypen over genderrollen (21%) toch sterk aanwezig.
Auteur: Katleen Weytjens